Mijn dichtersnaam is Juliën Holtrigter. Wat mij aanzet tot het lezen en schrijven van poëzie is verwondering over de wereld. Hoe kan alles bestaan? Waarom zijn we hier? Er is ook altijd de drang om wat ik gezien en beleefd heb vast te leggen voordat het voorbij is, de ene keer in de vorm van een schilderij, de andere keer in de vorm van een foto of een gedicht.
Ik houd van alles wat flink door de tand van de tijd is aangeraakt. Ik bekijk de wereld om mij heen als een jutter: wat kan ik gebruiken om er iets anders, iets moois van te maken? Zo lees ik de krant nooit zonder pen en papier. Ik houd van namen, woorden en uitdrukkingen. Mijn favoriete dichter en grote voorbeeld is de Vlaming Paul Snoek. Ritme, klank, beeldspraak, alles klopt bij hem.
De nooit voltooide zee
Alvorens ik terugkeer naar mijn droef paleis
en langzaam als een lang en traag konvooi
luister hoe mijn lichaam vraagt naar moeheid,
wanneer ik met de ogen van een oude engel nadenk
over alles wat voltooiing mist: vooreerst
mijn lichaam – zelfs met mijn zo handige handen
nog geen middelmatig tovenaar –
en dan over mijn onherroepelijk onvolledige geest,
op die terugweg lees ik in de jonge palmen van mijn handen
een oud geruis van vroege ouderdom
op die terugweg kijk ik om
en zie het heilige water, maar zelfs dit water
kan men nog verwijten dat het vloeibaar is,
zoals men mij verwijten kan
dat ik terugkeer naar mijn droef paleis.
Paul Snoek
(uit Verzamelde gedichten, 1982 Manteau Antwerpen)
Voor meer zie www.henkvanloenen.nl